Na enkele particuliere initiatieven begint de gemeente in 1885 een eigen gasfabriek op de Kleine Drift, ver buiten de bebouwde kom. Het gas wordt gebruik voor straatlantaarns en de verlichting van villa’s en fabrieken en ook de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij is een afnemer van het gas. Kolen, die nodig zijn voor de productie van het gas, worden aangevoerd vanaf het station. De kolen worden in een afgesloten ruimte verhit, waarbij het gas vrijkomt. In een vervolgstadium worden teer en ammoniak uit het gas verwijderd. De afvalproducten die bij de gasproductie ontstaan, zoals cokes – ontgaste kolen – worden hergebruikt, bijvoorbeeld om de bedrijfsovens te verwarmen. Herman Heijenbrock maakt dit schilderij in 1920, het jaar waarin de gasfabriek fuseert met het gemeentelijk electriciteitsbedrijf. De gaslantaarns verdwijnen langzaam uit het Hilversumse straatbeeld. In 1962 worden de laatste zeventien gaslantaarns aan de Kleine Drift vervangen door elektrisch licht.