Het moet een bijzondere aanblik zijn geweest voor de Hilversumse bevolking: “kozakken” (mannen uit de steppe van Aziatisch-Rusland, die met hun paarden dienstdoen in het Russische leger) die een kamp opslaan op de Groest. In november 1813 is het onrustig in Nederland, het einde van de Franse Tijd (1795-1813) lijkt in zicht, maar de Fransen willen zich niet overgeven. In het Gooi trekken ze zich terug in de vesting Naarden. Op 30 november keert Willem-Frederik, de Prins van Oranje, na ruim achttien jaar ballingschap, terug in Nederland. Het Oranje-gezag is hersteld. Op dezelfde dag komen de kozakken aan in Hilversum. Ze moeten de Fransen uit Naarden verjagen, maar dat duurt langer dan gedacht. Ondertussen vorderen ze haver, hooi en brood van de plaatselijke bevolking, die hoopt dat deze troepen snel zullen vertrekken. Dat gebeurt uiteindelijk op 24 december 1813. Pas op 12 mei 1814 verlaten de Franse troepen Naarden.
