De Kei van Hilversum is een zwerfkei biotiet-graniet en dateert uit de voorlaatste ijstijd, het Saalien (370.000-130.000 v. Chr.). De 13.000 kg wegende kei werd in 1916 gevonden op de Westerheide bij de Aardjesberg, bij de aanleg van een fietspad van de Crailosebrug naar het Sint Janskerkhof in Laren. De Aardjesberg ligt ten oosten van de Nieuwe Crailoseweg en is onderdeel van heuvelrug de Lange Heul. De zwerfkei werd voor tien gulden gekocht van Stad en Lande van Gooiland door oud-wethouder van Hilversum, Jelle Hingst. Deze wilde de steen in zijn tuin aan de Utrechtseweg laten plaatsen. Door de hoge transportkosten zag hij van het plan af zodat de kei bleef liggen op de Aardjesberg. In 1921 werd de steen door Floris Vos, erfgooier en directeur van Oud Bussem, verplaatst naar het centrum van Hilversum. De kei werd daartoe met de hand uitgegraven. Vervolgens werd het gevaarte met vijzels op rails gelegd en op een platte wagen getrokken. Een grote tractor met rupsbanden van Oud-Bussem trok het gevaarte tot Hilversum. Toen de tractor het begaf werd de kei door vrachtwagens naar het Keipleintje getrokken. Op 13 augustus 1921 werd de Kei na een officiële intocht op enkele kleinere zwerfstenen geplaatst. Deze keitjes waren aan het begin van de 19e eeuw opgedolven uit de Boomberg.