Brand in het dorp Hilversum, naar een tekening van Jacobus Buys (1724-1801). Op 25 juni 1766 wordt Hilversum getroffen door een grote brand. Het vuur begint bij een slachterij aan de Groest, maar door de wind verspreiden de vlammen zich razendsnel door het dorp. Veel mensen brengen hun spullen naar de Dorpskerk op de Kerkbrink, in de hoop dat dat een veilige plek is. Maar ook de kerk gaat in vlammen op. Voorganger Arnoldus van der Voort en zijn echtgenote doen tijdens de brand een middagdutje en moeten in hun nachtgewaad een veilig heenkomen zoeken. Zo’n tweehonderd huizen worden verwoest door de vlammen en ook het Rechthuis, naast de kerk, overleeft de brand niet. ‘Nooit heb ik zoveele elende by malkander gezien’, aldus een ooggetuige. Bij gebrek aan een kerkgebouw vinden de kerkdiensten na de brand korte tijd plaats in een schuur op de hoek van de Schoutenstraat en de ’s-Gravelandseweg. Twee jaar later is er een nieuwe kerk.