Leo Gestel maakte dit schilderij in 1930 voor Tilly van der Pluym. Tilly was getrouwd met Willem van der Pluym, hoogleraar aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en aan de Technische Hogeschool Delft. Van der Pluym en Gestel waren vrienden en in 1936 publiceerde Van der Pluym een biografie over Leo Gestel: ‘Leo Gestel, de schilder en zijn werk’. Het opschrift luidt: ‘Voor Tilly van der Pluym, 22-11-1930’.